Het kunstenaarschap is een uitkijktoren, niemand wacht er op je. Je hoeft enkel een aanloop te nemen, stil te staan, te kijken, en je klauwen in het leven te zetten. Wel, die laatste stap is voor mij het moeilijkst. Gelukkig is de hele aanloop naar het leven interessanter dan de klauwen zelf: zo is mijn manier van performen eerder een opwarming voor het leven geworden, of beter gezegd: een oefening in leven. En de plek die ik zocht werd een constant onderweg zijn waarin openlijk kan worden geploeterd, gewroet, gevreesd, gehuiverd en getwijfeld. Want in een wereld waarin schijnbaar waterdichte systemen de hoogte in worden gebouwd en de ruggen worden gerecht, moet kunst ons leren vallen in de diepte.